Breed Information
The Weimaraner owes its name to the hunting and hunting dog lover Great Duke Karl August von Sachsen Weimar (1757 -1828) who is said to have hunted with Weimaraners, or their ancestors. Weimaraners are said to have been bred systematically for the first time at the Court of Weimar, where Grand Duke Karl August resided. However, the breed appears to be much older, since dogs similar to Weimaraners in both conformation and colour can already be seen on works of art of much older date. Since 1900, the Weimaraner has been the oldest German Standing Dog breed to be pure bred. It is a hunting dog with a great nose and he can do excellent checking. It is advisable to do fieldwork with him, or hunting training. He is also active in dogsports such as agility and obedience.
Hunting
The Weimaraner is an all-round huntingdog. The Weimaraner tracks and points out the game. In order to track the game, the pointing dog will systematically zigzag and search the terrain. This is called flanking or receding. If he gets the wind, i.e. the smell of the game in his nose, he will attract and then freeze in his movement. This can be in the characteristic pose, where one front leg is lifted with a tight back. However, this is not necessary. It also happens that a dog holds one of its hind legs high when standing in front. The dog looks intensively at the spot where he has attached the game. He points out the game.
Especially after the shot the Weimaraner excels. The Weimaraner is a fetching dog that also stands in front. In Germany, the Weimaraner is still a popular hunting dog to this day and is frequently used in practice. This breed is also used at the so-called ‘sweat stations’ in Germany. The word ‘sweat’ is a hunter’s term for blood. Whenever game (mainly venison or wild boar) is hit or shot at, dogs of these sweat stations are used to track down injured game. The sweat trail that the dog then follows can be one to several kilometres long and is often only worked out by the dog after 24 or 48 hours.
Character
There is something to be said about character in general, but bear in mind that individual Weimaraners can also be very different from each other in character. The Weimaraner is regarded as an intelligent dog, but at the same time he can be quite stubborn. The Weimaraner is a very affectionate and sensitive dog who is particularly devoted to his owner and his family. He reacts strongly to his master’s state of mind and thrives best with a master who raises him on the basis of positive reinforcement, rewarding the dog for desired behaviour. In general, the Weimaraner can’t take a tough approach. As he is usually easy to raise, this is also absolutely unnecessary. If you teach him consistently what you want him to do, he will be happy to please you by obeying you.
The Weimaraner may be a little reluctant towards strangers. He will usually not respond quickly to normal noises in and around the house. Only when he really doesn’t trust it, he will inform his boss by barking. The Weimaraner is a temperamental dog who has a great desire to protect his owner and his family. He is often described by his bosses as: tough with a small heart.
The Weimaraner’s intelligence and quick learning ability are both a blessing and a burden. Anyone who makes full use of his dog’s abilities and offers him a lot of mental and physical challenge, will have a fantastic dog in this breed.
Children
The Weimaraner is described as a child-friendly dog. He usually loves the children that belong to ‘his’ family and especially for older children he can be a very nice companion. Arrangements can be made with older children about how the dog should be treated and what the rules are for dealing with the dog. With smaller children this is less possible. That is why it is essential that you are always around when a child and dog are together in a room. In this way you can observe how they interact with each other and make adjustments where necessary. If they only have positive experiences with each other, they will certainly become best friends.
De Weimaraner dankt zijn naam aan de jacht- en jachthondenliefhebber Groothertog Karl August von Sachsen Weimar (1757 -1828), die met Weimaraners of hun voorouders zou hebben gejaagd. Weimaraners zouden voor het eerst systematisch gefokt zijn aan het hof van Weimar, waar groothertog Karl August verbleef. Het ras blijkt echter veel ouder te zijn, omdat honden die zowel qua bouw als kleur op Weimaraners lijken, al op kunstwerken van veel oudere datum te zien zijn. Sinds 1900 is de Weimaraner het oudste Duitse Staande Hondenras dat zuiver gefokt is. Het is een jachthond met een geweldige neus en hij kan uitstekend nazoeken. Het is aan te raden om met hem veldwerk te doen, of jachttraining. Hij is ook actief in de hondensport zoals behendigheid en gehoorzaamheid.
Jacht
De Weimaraner is een allround jachtgebruikshond. Zoals zijn naam Weimarse ‘Staande’ Hond al doet vermoeden, staat hij het wild voor. Het voorstaan houdt in dat de hond het wild aanwijst. Om het wild op te sporen zal de Staande Hond met hoog gedragen hoofd het terrein systematisch zigzaggend doorkruisen en afzoeken. Men noemt dit flankeren of revieren. Als hij verwaaiing krijgt, dat wil zeggen de geur van het wild in zijn neus krijgt, zal hij aantrekken en vervolgens in zijn beweging bevriezen. Dit kan in de karakteristieke pose zijn, waarbij met strakke rug één voorpoot wordt opgetild. Dit is echter niet noodzakelijk. Ook komt het wel voor dat een hond juist één van de achterpoten hoog houdt bij het voorstaan. De hond kijkt intensief naar de plek waar hij het wild heeft vastgemaakt. Hij wijst (point) het wild dus als het ware aan. Vooral na het schot blinkt de Weimaraner uit. De Weimaraner is een apporterende hond die ook voorstaat. In Duitsland is de Weimaraner tot op de dag van vandaag een populaire jachthond die veelvuldig in de praktijk wordt gebruikt. Ook bij de zogenaamde ‘zweetstations’ in Duitsland wordt dit ras ingezet. Het woord ‘zweet’ is een jagersterm voor bloed. Als er ergens wild (en dan voornamelijk reewild of wild zwijn) wordt aangereden of aangeschoten, worden honden van deze zweetstations ingezet bij het opsporen van gewond wild. Het zweetspoor dat de hond dan volgt kan één tot enkele kilometers lang zijn en wordt niet zelden pas na 24 of 48 uur door de hond uitgewerkt.
Karakter
Over het karakter valt in het algemeen wel iets te zeggen, maar bedenk dat individuele Weimaraners ook qua karakter heel verschillend van elkaar kunnen zijn. De Weimaraner wordt als een intelligente hond beschouwd, maar hij kan tegelijk best wel eigenzinnig zijn. De Weimaraner is een zeer aanhankelijke en fijngevoelige hond die bijzonder toegewijd is aan zijn baas en diens gezin. Hij reageert sterk op de gemoedstoestand van zijn baas en gedijt het beste bij een baas die hem opvoedt op basis van positieve bekrachtiging, waarbij de hond beloond wordt voor gewenst gedrag. De Weimaraner kan in het algemeen slecht tegen een harde aanpak. Aangezien hij doorgaans gemakkelijk op te voeden is, is dit ook absoluut onnodig. Als u hem consequent leert wat u van hem verlangt zal hij u graag plezieren door te gehoorzamen.
De Weimaraner kan wat terughoudend zijn naar vreemden. Hij zal doorgaans niet snel aanslaan bij normale geluiden in en om het huis. Pas wanneer hij het echt niet vertrouwt, zal hij zijn baas hiervan op de hoogte stellen door te blaffen. De Weimaraner is een temperamentvolle hond die een grote beschermingsdrift heeft naar zijn baas en diens gezin. Hij wordt door zijn bazen vaak omschreven als: stoer met een klein hartje.
De intelligentie en het snelle leervermogen van de Weimaraner zijn zowel een zegen als een last. Wie de capaciteiten van zijn hond ten volle benut en hem veel mentale en fysieke uitdaging biedt, heeft een fantastische hond aan dit ras.
Kinderen
De Weimaraner wordt omschreven als een kindvriendelijke hond. Hij is doorgaans gek op de kinderen die bij ‘zijn’ gezin horen en zeker voor oudere kinderen kan hij een heel fijne stoei kameraad zijn. Met grotere kinderen kunnen afspraken gemaakt worden over hoe de hond behandeld moet worden en wat de regels voor omgang met de hond zijn. Met kleinere kinderen is dat minder goed mogelijk. Daarom is het essentieel dat u er altijd actief bij bent als kind en hond samen in een ruimte zijn. Zo kunt u observeren hoe zij met elkaar omgaan en waar nodig bijsturen. Als zij uitsluitend positieve ervaringen met elkaar opdoen, zullen zij zeker de beste maatjes worden.